Het vakblad Fidelity bespreekt in uitgave 80 (juni 2025) de vloerstaande luidspreker Epos ES-28N en raadt aan om “zeker een luisterafspraak bij uw vertrouwde dealer te maken”:
“Vooral ben ik benieuwd naar het laag, want hier heeft Epos ten opzichte van de kleinere zus ES-14N een paar slimme wijzigingen doorgevoerd. De twee zeven-inch woofers gebruiken weliswaar hetzelfde magneetsysteem en chassis, maar krijgen straight cones in plaats van gebogen membranen. Een grote omgekeerde stofkap verstevigt het geheel extra, waardoor het laag snel en krachtig moet zijn.
En jawel: in het slotdeel van Mahlers Zevende symfonie, in de nuchtere referentie-opname onder Pierre Boulez, marcheren cello’s en contrabassen onstuitbaar vooruit – je zakt bijna eerbiedig dieper in de stoel. De paukensolo die het finale opent, laat perfect horen hoe het volledige basregister op snelheid en precisie is getuned: geen spoor van gezwabber of wazigheid tussen de snelle slagen. De droge interpretatie van Boulez lijkt als gemaakt voor deze driewegsconstructie van Fink.
[…]
De muziek ontvouwt zich op een brede, zij het niet oneindig diepe, soundstage. De ES-28N vertrouwt dus niet op bombastische orkestrale effecten, maar levert muzikale substantie met een onwrikbare coherentie over het hele spectrum. Dat valt extra op wanneer in dezelfde Mahler-symfonie de trompetten in hun felle jubel losbarsten, terwijl daaronder het basfundament furieus inzet en tremolo’s van violen plus trillers van houtblazers het middenregister vullen. Ondanks Mahlers opzettelijk uiteengetrokken orkestratie is er geen enkel breukvlak hoorbaar – het geluid blijft homogeen.
Deze verfijnde afstemming, waarbij langdurig met het oor is getuned naast complexe metingen (zoals Karl-Heinz Fink ons vertelde), betaalt zich dus duidelijk uit – volgens hem hét verschil wanneer je van een twee- naar een driewegsysteem gaat.
En voor wie nu denkt dat de ES-28N vooral een ‘klassieke’ luidspreker is: laat me u snel meenemen naar mijn uitgebreide luistersessies met de KD Sessions van Kruder & Dorfmeister, die daarna op de draaitafel belandden…
De Epos ontvouwt de Weense soundtovenaars in al hun weelderigheid. Een rollende diepbasgolf vult de ruimte, terwijl de sprankelende, hoogfrequente klankeffecten het zout in de soep vormen. Hier komt onmiskenbaar weer die onnavolgbare funfactor bovendrijven die het handelsmerk van de kleinere ES-14 is. Het was dan ook een slimme zet om de daar beproefde tweeters óók in de volwassenere ES-28 in te bouwen. Kortom: de perfecte voorwaarden voor een feestje vol dub en grime – mits er een passende versterker achter staat.
Over die versterkerkeuze gesproken: de grote Epos is bewust niet op een hoog rendement getuned en paart dus het liefst met amps die van onderaf echt stuwkracht in het systeem kunnen pompen. In mijn geval deden zowel een Naim SuperNait als een Esoteric F-02 dat op geheel eigen, voortreffelijke wijze. Maar ook krachtige buizenversterkers kunnen hier wonderen verrichten; Karl-Heinz Fink vertelde me dat hij persoonlijk de buizenamps van Canor als een uitstekende match beschouwt.
Wat blijft er na drie weken intensief luisteren? Waar ik de kleinere ES-14N altijd als een uitbundige fun-speaker ervoer – ik sprak destijds van ‘tomeloze energie’ en een ‘dynamisch krachtpakket’ – zet de ES-28N, bij alle speelvreugde, een meer sonore, bijna serieuze toon neer. Toch kan ze, met de juiste versterking en opzwepende beats, net zo goed ongeremd feestvieren; Karl-Heinz Fink presenteert hier feitelijk de grotere allrounder. Onverbiddelijk neutraal, maar altijd met vlees en bloed, staat hier een tot in de puntjes audiofiel geschoolde en tóch ongecompliceerde luidspreker, waarvan de nog viercijferige setprijs op zichzelf al reden is om bij de vertrouwde dealer een luisterafspraak te maken. En dan durft men nog te beweren dat er geen verrassingen meer zijn.