Zoals blijkt, is dat helemaal geen probleem. De Virtus S1S heeft zoiets niet nodig om een waar vuurwerk te ontketenen. Haar explosieve kleurenrijkdom, haar hartstocht en gratie doen opnieuw denken aan grote Amerikaanse versterkerkunst; ik ben er bijna toe geneigd om vergelijkingen met apparaten als een Audio Research Reference 75 ergens uit de krochten van mijn geheugen op te diepen. En dat, let wel, op kleine kastjes met 17- tot 20-centimeter-woofers die de vermogensgolven van de Canor gegarandeerd niet nodig hebben. Desondanks is het een duivels genoegen om dit eindversterkermonster op onze Nada los te laten, die het experiment beloont met stabiliteit, souvereiniteit en immense spelvreugde. Daar moet zelfs de fantastische Eversolo AMP-F10 voor passen, die, hoewel in vrijwel dezelfde vermogensklasse gepositioneerd, simpelweg niet de expressiviteit en overtuigingskracht van de Canor meebrengt. Gezien het feit dat je voor één Canor bijna acht Eversolo’s kunt kopen, is dat echter volledig te billijken.
Opnieuw is het de geweldige 45-jarige jubileumuitgave van Wishbone Ash’ ‘Argus’ die de kwaliteiten van de set onmiskenbaar duidelijk maakt. Of het nu gaat om de tot in de puntjes uitgeplozen tweestemmige zang aan het begin van ‘Time Was’, het bijzonder geïnspireerde gitaarwerk of het sonore, stuwende baswerk van Martin Turner – het klopt gewoon.
Conclusie
Alles aan deze eindversterker is puur vuurwerk – althans qua klank. Grote versterkerkunst!